Inbakeren: wanneer en hoe te stoppen?

Inbakeren kan een geweldige manier zijn om jongere baby’s te helpen zich gemakkelijk te kalmeren en langer te slapen tijdens dutjes en ’s nachts. Het inbakeren onderdrukt hun schrikreflex (moro) en geeft het geborgen gevoel van de baarmoeder. Maar helaas komt er een dag dat je afscheid moet nemen van het inbakeren en dat kan de rust en slaap van je kleintje enigszins verstoren.

In dit artikel:

• Wanneer te stoppen met inbakeren
• Hoe stoppen met inbakeren: Geleidelijke methode en Snelle methode

Wanneer te stoppen met inbakeren?

De meeste baby’s verliezen hun moro-reflex pas rond de 5 maanden, dus raden we in het algemeen aan om je baby tot die tijd in te bakeren (als je daartoe in staat bent), zodat hij niet wakker schrikt als de doek wordt verwijderd.

Zodra je baby echter begint te rollen, is het niet langer veilig om hem in een inbakerdoek te houden, omdat hij dan zijn armen vrij moet hebben om zijn hoofd en schouders op te tillen en te bewegen. Als je baby nog vrij jong is als hij begint te rollen, kun je een overgangsdekentje overwegen dat veilig is voor rollen, zoals de slaapzak van Puckababy of het Nunki lakentje van Fedde & Kees.

Als je baby nog in een inbakerdoek ligt en tekenen van rollen begint te vertonen, zoals op zijn zij rollen of van buik naar rug rollen – geen paniek! Je hoeft de doek niet meteen weg te nemen, want het kan nog wel even duren voordat hij er daadwerkelijk in slaagt op zijn buik te rollen, vooral als hij in bed ligt. Blijf hem in plaats daarvan goed in de gaten houden en als je voelt dat hij er klaar voor is, begin dan met het geleidelijk verwijderen van de inbakerde.

Als je baby 6 maanden oud is en nog steeds geen tekenen van rollen vertoont, is het de moeite waard om het met je arts te bespreken, maar omdat de schrikreflex inmiddels verdwenen zou moeten zijn, raden we aan om de inbakerdoek te verwijderen.

Hoe te stoppen met inbakeren?

Het verwijderen van het inbakeren kan een lastige periode zijn voor je kleintje, omdat hij het inbakeren is gaan associëren met slapen en slapen met vrije handen heel nieuw voor hem voelt.

Als je baby een voorspelbaar ritme heeft overdag, wordt deze overgang een stuk gemakkelijker, omdat je kunt garanderen dat de timing goed is voor zijn dutjes, en dat betekent veel minder oververmoeid of ondervermoeid gedoe als de inbakerdoek eenmaal weg is.

Allereerst raden we je aan een aantal positieve slaapassociaties op te bouwen en ervoor te zorgen dat hun slaapomgeving in orde is, voordat je probeert de inkbakerdoek weg te nemen. Onze tips zijn:

1. Introduceer witte ruis en speel het zo hard als een douche voor alle dutjes en ’s nachts. Je vindt ons album met witte ruis hier.
2. Maak de kamer lekker donker zonder stimulerend speelgoed of nachtlampjes. Dit bevordert de afgifte van het slaaphormoon, melatonine, dat onze kleintjes helpt om in slaap te vallen en te blijven.
3. Geef je baby een leeftijdsgeschikte knuffel die hij kan vasthouden als hij eenmaal uit de inbakerdoek is.
4. Vervang de inbakerdoek door een babyslaapzak.
5. Moedig je baby aan om zelfstandig in slaap te vallen, of zelf in slaap te vallen, zonder dat jij hem actief in slaap brengt – dit is vaak veel gemakkelijker te bereiken als hij nog in een ledikant ligt!
   Vanaf daar zijn er twee methoden om het inbakeren af te bouwen.

De geleidelijke methode

Houd tijdens deze overgang al het andere hetzelfde in de slaapomgeving van je baby: donkere kamer, witte ruis enz. Als je dat gepast vindt, kun je een knuffel toevoegen die hij kan vasthouden om zijn nieuwe vrijheid met zijn armen onder controle te houden.

Deze methode werkt door het afbouwen stap voor stap en dutje voor dutje te doen.

Dag 1

Haal eerst één arm uit de inbakerzak of doek bij het ochtenddutje, want dan gaat je baby het gemakkelijkst slapen. Geef ze de kans om zelf in slaap te komen, maar als ze er moeite mee hebben, is het goed om ze actief helemaal in slaap te laten komen terwijl ze wennen aan het niet meer hebben van de inbakerdoek. Voor de rest van hun dutjes en ’s nachts houd je voorlopig beide armen in de inbakerdoek.

Dag 2-3

‘S nachts: Als je baby eraan gewend is zijn arm eruit te hebben voor het ochtenddutje, haal dan één arm uit de inbakerdoek voor de nacht. Houd voorlopig beide armen erin voor de andere dagdutjes.

Dag 4-5

Middagslaapje – als je baby er eenmaal aan gewend is dat zijn arm eruit is voor het ochtend- en nachtslaap, haal dan één arm uit de inbakerdoek voor het middagslaapje. Hij kan na één slaapcyclus wakker worden en dan kun je hem weer in slaap brengen. Houd voorlopig beide armen in voor het middagdutje, want dit is vaak het moeilijkste dutje. Als je baby zich verzet tegen het middagdutje, kun je proberen dit dutje tijdens deze overgang in de auto, de wandelwagen of de draagzak te doen.

Dag 6-7 en daarna

Zodra je baby alle dutjes (behalve het late middagdutje) doet met één arm eruit, haal je de andere arm eruit, te beginnen met het ochtenddutje, op dezelfde manier als met de eerste arm. Begin met 2 armen uit voor alleen het ochtenddutje, dan de nacht, en als laatste het middagdutje. Het kan zijn dat je baby na één slaapcyclus wakker wordt tijdens de dutjes, breng je baby weer opnieuw in slaap. Zodra beide armen uit zijn, kun je dit ook toepassen voor het late middagdutje, of het middagdutje blijven doen in de auto, wandelwagen of draagzak als je dat liever doet.

Het is heel normaal dat je baby wat onrustig is tijdens deze overgang – hij moet zich gewoon aanpassen aan een nieuw “normaal” dat heel anders is dan wat hij tot nu toe kende. Het zal beter worden!

De snelle methode

Bij deze methode ga je vanaf de eerste dag over op slaapzak voor alle dutjes. Je kunt je baby actief in slaap brengen als hij niet goed in slaap komt, waarbij je erop let dat je het inbakeren na een paar dagen afbouwt om geen nieuwe slaapassociatie te creëren.

Dag 1 kan wat lastig zijn, maar dag 2 en 3 zullen veel gemakkelijker zijn! Omdat het late middagdutje meestal een moeilijk dutje is om je baby in slaap te krijgen, raden we aan dit dutje te doen in de auto of in een kinderwagen of draagzak tijdens het weglaten van het inbakeren.

Eenmaal niet ingebakerd kan je baby na één slaapcyclus wakker worden bij het middagdutje en/of na bedtijd. Je kunt hem gewoon weer in slaap brengen als dat gebeurt. Doe hetzelfde in de nacht (rekening houdend met voedingen als je baby die normaal heeft). Probeer niet in paniek te raken! Dit wakker worden is meestal maar tijdelijk, omdat je baby eraan gewend is om ingebakerd te liggen.

Op dag 3 zou je baby eraan gewend moeten zijn dat hij niet meer ingebakerd ligt, dus begin hem de kans te geven zelf in slaap te vallen als hij dat voorheen zelf deed.

Elke verandering voor je baby zal moeilijk zijn en het zal enige tijd duren voordat hij zich heeft aangepast. Wat deze overgang veel gemakkelijker zal maken is dat je baby een goed ritme heeft overdag, zodat hij al duidelijke slaapassociaties en verwachtingen heeft.

Als je hulp nodig hebt om betere dutjes te creëren, of om andere slaapproblemen op te lossen zoals het afbouwen van inbakeren, staan onze gecertificeerde kinderslaapcoaches voor je klaar voor een slaapconsult of slaaptraject. Liever zelf aan de slag? Wij bieden in onze masterclasses newborns en 4 tot en met 12 maanden ook aandacht aan dit onderwerp.